19°C

Volg ons op
social media

Berlijnplein mag nooit klaar zijn

Vorm volgt ambitie. Hoe met grensverleggende kunst en permanente tijdelijkheid een iconisch gebouw wordt gerealiseerd dat ontregelt én verbindt. En niet alleen voor inwoners van Leidsche Rijn of Utrecht maar met een landelijke en zelfs internationale uitstraling. 

Tekst: Jeroen Junte | Beeld: Juri Hiensch en Rogier Boogaard

“Het koesteren van onzekerheid.” Zo formuleert gemeentelijk projectmanager Trudie Timmerman de ontwikkeling van Berlijnplein tot een toonaangevend Utrechts cultuurcluster. Neem alleen het cultuurgebouw dat in 2024 op dit centrale plein in de wijk Leidsche Rijn moet verrijzen. “Er is nog geeneens een ontwerp, laat staan een gedetailleerde bouwtekening. Toch is er een raadsbesluit genomen om hiervoor ruim 45 miljoen euro vrij te maken”, vult Berend de Vries aan, de concerndirecteur bij de gemeente in Utrecht. Ook nog onzeker is welke organisaties, makers en kunstenaars gebruik gaan maken van dat gebouw. Zelfs een vastomlijnd inhoudelijk programma bestaat feitelijk nog niet. Kortom, geen ontwerp en geen vorm. Maar wat is er dan wel? “Ambitie”, zegt Peter Steijn ferm. Het voormalig-lid van de Directieraad van de gemeente Utrecht was jarenlang de aanjager van het cultuurcluster Berlijnplein. “Die ambitie bestaat uit het realiseren van innovatieve cultuurprojecten die interessant zijn voor niet alleen alle wijkbewoners maar voor heel Utrecht, de regio en zelfs landelijk en internationaal.”

Dit drietal zit op een regenachtige herfstmiddag in een vergaderruimte in de provisorische werkruimtes op Berlijnplein. De gepensioneerde Peter Steijn was een van de initiatiefnemers van dit nieuwe cultuurcluster. Inmiddels is Trudie Timmerman sinds 2016 verantwoordelijk voor de planontwikkeling ervan, terwijl Berend de Vries namens het Stadhuis de hoofdlijnen bewaakt. Kortom, dit trio is als geen ander in staat om verleden, heden en toekomst van Berlijnplein te verwoorden. Met onveranderlijk uitgangspunt een “permanente veranderlijkheid”, voegt Timmerman toe. “Bij innovatie horen nieuwe partners en samenwerkingen. Met elkaar maar ook met de wijk. Samen maken wij Berlijnplein.”

Berend de Vries, Peter Steijn en Trudie Timmerman

Bij innovatie horen nieuwe partners en samenwerkingen. Met elkaar maar ook met de wijk. Samen maken wij Berlijnplein.

Trudie Timmerman

Dikke humuslaag

Deze dynamische ambitie komt niet uit de lucht vallen, tenminste voor wie de ins en outs van het huidige cultuuraanbod op Berlijnplein kent. Daar is al jarenlang een groeiende club aan partijen actief met vernieuwende kunstprojecten in en vooral mét de wijk. Stadslab RAUM onderzoekt met exposities, workshops en festivals maatschappelijke vraagstukken als klimaatverandering en inclusiviteit. Theatergezelschap NUT maakt actuele voorstellingen, bijvoorbeeld over de toekomst van werken, waarbij het publiek kan meepraten. Jonge Honden is een maatschappelijk en innovatief adviesbureau dat weliswaar niet actief programma’s maakt maar sterk verbonden is aan de vraagstukken die hier aan de orde komen. Een urban dance groep mikt op jongeren, een snelgroeiende bewonersgroep. In de Buurtwerkkamer kan iedereen met ideeën komen. Kortom, toegankelijke initiatieven die letterlijk in de wijk zijn geworteld.

De verbindende factor in dit veelzijdige cultuuraanbod is een onderzoek naar de toekomst van de stad. “Hoe ontmoet je elkaar in de stad van de toekomst? Hoe gaan wij om met digitalisering? Heeft iedereen toegang tot kunst en andere voorzieningen? Welke waarden delen wij? Hoe houden wij de stad groen? Allemaal knellende vraagstukken die de stad van morgen vormgeven”, legt Timmerman uit. De antwoorden worden geformuleerd met co-creatie. “Essentieel is dat iedereen in de wijk mee moet kunnen doen.” Inmiddels ligt er een dikke humuslaag van draagvlak en ideeën over de bijdrage die cultuur levert aan de toekomst van de stad. Alleen wie die cultuur maakt, en hoe of in welk gebouw, dat ligt nog niet vast. Dat is ook de crux van ‘vorm volgt ambitie’. De Vries: “Het is de onzekerheid die wij moeten koesteren.”

Economische crisis

Deze adaptieve cultuurambitie staat haaks op de allereerste plannen voor het cultuuraanbod in deze nieuwe wijk met meer dan 40 duizend bewoners. “Er moest een culturele trekker van formaat komen. Een schouwburg extra large, nog net een maatje groter dan de bestaande schouwburg in het oude centrum”, put Steijn uit zijn geheugen. Dat was de tijdgeest in de jaren nul. Steden als Den Haag, Arnhem en Groningen hadden soortgelijke plannen en die zijn daar ook gerealiseerd, respectievelijk Het Spui, het Rozet en het Forum. In Utrecht niet. “Tijdens de economische crisis rond 2010 ging het plan van tafel.”

Maar wat nu? Dat was vervolgens de vraag. De belofte van een culturele publiekstrekker stond immers nog open. De gemeente ging daarom op zoek naar partners om de ambitieuze plannen mee te realiseren. “Dat leidde tot een initiatief van onder meer de organisatie van theaterfestival De Parade tot een ‘glazen circus’ een bedrijfsverzamelgebouw voor culturele instellingen met nog steeds een duidelijke podiumfunctie”, zegt voormalig directieraadslid Steijn. Weliswaar beduidend kleinschaliger dan de oorspronkelijk schouwburg, maar ook dat plan ging van tafel. Timmerman vult aan: “Naast financiële haalbaarheid van een Glazen Circus speelde de overlap met bestaande theatervoorzieningen in Utrecht een rol. Was het nou wel zo’n goed idee te concurreren met het bestaande theateraanbod in de stad, vroegen sommige cultuurmakers zich af?”

Het is de onderzekerheid die we moeten koesteren

Berend de Vries

Architectuur en design

Wat nu? Dat was wederom de steeds lastigere vraag. “Het antwoord was niet meer top-down vanuit de gemeente een plan maken, maar betrokken partners zoeken met inhoudelijke plannen”, aldus Timmerman. In de zomer van 2016 ging een eerste jaarprogramma op Berlijnplein van start met onder meer het baanbrekende theater van Stichting Mobile Arts, dat ook De Parade programmeert. Ook werden twee partijen uitgenodigd die al in de wijk actief waren, kinderkunstwerkplaats De Vrijstaat en Sharing Arts Society met kunst in de openbare ruimte. Bovendien werd een open call uitgeschreven voor nieuwe kunstprojecten in Leidsche Rijn. “Daar kwamen 25 voorstellen op binnen, variërend van een ouderfestival tot streetdance. Dit was dus waar behoefte aan was in de wijk.” Waarmee de wat-nu-vraag was beantwoord.

Wat volgde was een co-creatietraject met zo’n 50 betrokkenen door bureau State of Flux in opdracht van de gemeente. Het resultaat: een twééjarenplan voor een ‘Grensverleggende Makersplein’. Voor de uitvoer richtte State of Flux Stichting RAUM op. Kunstenaars, vormgevers, ontwerpers en organisaties uit de wijk werden uitgenodigd met projecten te komen voor de plek. Theater en muziek, beeldende kunst en architectuur, design en wijkactiviteiten. En heel belangrijk: “Projecten moesten speciaal voor deze plek zijn gemaakt en wijkbewoners moesten actief kunnen deelnemen”, zegt Timmerman. Dit keer kwamen er meer dan vijftig inzendingen; de helft landelijk, een kwart regionaal en stedelijk en een kwart internationaal. “Stadslab RAUM ontwikkelde zich al doende tot aanjager en één van de gezichtsbepalende instellingen op Berlijnplein. Later zijn daar ook de tien andere partijen bij aangesloten.” Hiermee waren de huidige contouren van Berlijnplein geschetst; innovatieve kunst die toegankelijk én scherp is en dicht op de tijdgeest zit. Die kritisch is en bevraagt maar ook positief is en uitnodigend.

Blanco canvas

Never waste a good crisis is een populaire uitdrukking onder stedenbouwkundigen. Een crisis biedt immers ook kansen. In het geval van Berlijnplein was dat de kredietcrisis van tien jaar geleden. Achteraf gezien is het volgens Steijn dan ook een zegen dat die grote schouwburg destijds werd afgeblazen. “En dat daarna eigenlijk niemand het nog wist. Daardoor heeft het cultuuraanbod zich zo kunnen ontwikkelen dat het diep is verankerd in deze unieke wijk.” Wat meteen ook de vraag oproept: wat maakt Leidsche Rijn dan zo uniek?

“Deze wijk is een blanco canvas”, zegt De Vries. “Iedereen is hier nieuw. Dat maakt deze plek een vruchtbare voedingsbodem voor cultuur die ook vernieuwend is. Die “schouwburg extra large” zou een passieve cultuurbeleving bieden waarbij de bezoeker consument is. Dat past niet bij de tijdsgeest en bij deze wijk. Het ‘stad maken’ wat zo broodnodig is in een nieuwe wijk vergt meer dan wat grote instellingen openen.” Daarbij is ook het signaal dat zo’n iconisch schouwburggebouw afgeeft verkeerd. “Zo van, de wijk is voltooid. Terwijl Leidsche Rijn nooit voltooid is. Ambities veranderen met de tijd en met een veranderende bevolking. Berlijnplein moet hierop kunnen meebewegen.” Lachend: “Als Berlijnplein ooit als af wordt verklaard, is het meteen mislukt.”

Deze pioniersgeest wordt onderschreven door Timmerman. “Vergeet niet, dit was een zandvlakte. Er ligt naast Berlijnplein nog steeds een diepe kuil. Iedereen heeft hier zelf iets moeten opbouwen. Daarom is dit geen plek voor kunst die vanuit het Stadhuis is opgelegd.” Als voorbeeld noemt de projectmanager de ontstaansgeschiedenis van stadslab RAUM op Berlijnplein. “Er stond een buitenevenement gepland met vuurkorven, maar er werd een sneeuwcode rood afgegeven met storm en extreme kou. Toen was er het besef: er moet een fysieke ontmoetingsplek komen. Vervolgens werd ontwerpstudio Overtreders W gevraagd om een tijdelijk paviljoen te maken dat op een later moment kan worden gedemonteerd en hergebruikt. Een belangrijke mijlpaal in de permanente tijdelijk van deze plek. Tijdelijkheid en circulariteit zitten inmiddels in het DNA van Berlijnplein.”

Continu in beweging

Nu dient de volgende mijlpaal zich aan; de realisatie van permanente gebouwen en publieke ruimte van waaruit bottom-up cultuur kan worden ontwikkeld en ook bestendigd. Dit cluster aan cultuurgebouwen met een toegankelijke buitenruimte moet in 2024 zijn gebouwd. Het streven naar een icoon staat daarbij onveranderd overeind. “Maar dan vanwege de duurzaamheid en het multifunctionele gebruik. Circulaire gebouwen van deze omvang zijn er nog maar weinig”, aldus De Vries. De ambitie is in de afgelopen tien jaar van simpelweg groter veranderd in groots. “Wat ab-so-luut iets anders is dan downsizen”, benadrukt Timmerman. “De kavel heeft twee keer de oppervlakte van muziekcentrum TivoliVredenburg in de binnenstad van Utrecht.”

Deze mix van nieuwbouw en rafelige cultuur is iets wat Utrecht nog niet had. Wat hier gebeurt moet zo radicaal vernieuwend zijn, dat het nergens anders bestaat.

Peter Steijn

Een consortium bestaande uit architecten, adviseurs en aannemer zal samen met de gemeente, de huurders en de gebruikers van Berlijnplein bepalen hoe de gebouwen en het terrein er precies uit gaan zien. “Dat is nieuw en vergt ook veel lef van de gemeente”, zegt De Vries. “Maar het besef is er – nu is het moment dat de culturele ambities van Leidsche Rijn moeten stollen.” Ook de bewoners vinden het soms nog spannend wat hier gebeurt, zegt Timmerman. “Mag ik meedoen? En zo ja, hoe dan? Tegelijkertijd vinden ze het erg leuk en zijn ze betrokken en enthousiast.” Er moet in de nieuwe gebouwen naast de vaste gebruikers ook ruimte zijn voor nieuwe of ad-hoc initiatieven die iets moeten toevoegen aan de wijk wat er nog niet is. “De gebouwen moeten continu meebewegen met de veranderde wijk.”

Grensverleggende kunst en cultuur die met interactieve projecten is geworteld in de wijk en inspeelt op urgente vraagstukken, dat vind je vaak op oude industriële plekken en rafelranden aan de stad, zoals het Werkspoor in Utrecht of de NDSM-werf in Amsterdam. “Maar nu dus ook in een Vinex-wijk”, zegt Steijn. Waarmee een bijkomende ambitie wordt vervuld: het vooroordeel van Leidsche Rijn als een kinderrijke slaapwijk bijstellen. “Deze mix van nieuwbouw en rafelige cultuur is iets wat Utrecht nog niet had. En wat daardoor bezoekers uit andere stadsdelen trekt. Of andere steden en misschien zelfs wel andere landen. Wat hier gebeurt moet zo radicaal vernieuwend zijn, dat het nergens anders bestaat.”

Voor deze grootse ambities moet dat nieuwe gebouw de katalysator zijn. Al waarschuwt nota bene concerndirecteur De Vries voor te veel planmatigheid. “Soms moet cultuur ook een beetje schuren. Juist in een Vinex wijk waar alles is bedacht en geordend, is behoefte aan kunst en cultuur die bevraagt en ontregelt.” Na een korte stilte. “Ja, dat is een mooie ambitie, een gebouw dat ontregelt en tegelijkertijd verbindt en mogelijk maakt.”

Trudie Timmerman is projectmanager bij de gemeente Utrecht en verantwoordelijk voor de Planontwikkeling van het cultuurcluster Berlijnplein in de Leidsche Rijn sinds 2016.

Berend de Vries is concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen in Utrecht. Hiervoor was hij wethouder Stedelijke ontwikkeling, Energie en Economie in Tilburg.

Peter Steijn was lid van de Directieraad van de gemeente Utrecht, aanvankelijk verantwoordelijk voor thema’s als Ruimtelijke Strategie en duurzaamheid, vervolgens als concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven voor iedereen. Daarbij was hij ambtelijk opdrachtgever voor het cultuurcluster Berlijnplein. Inmiddels is Steijn met pensioen.

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief