Wat wél vast staat bij de ontwikkeling van Berlijnplein is een circulaire aanpak. Dat betekent dat er zo min mogelijk steen of beton wordt gebruikt, maar bij de bouw gebruik wordt gemaakt van duurzame materialen die telkens weer opnieuw gebruikt kunnen worden. “Zo bouwen wij met Berlijnplein niet voor de komende vijftig jaar, zoals er tot nu toe altijd werd gedaan, maar voor de eeuwigheid.” Natuurlijk zijn er onzekerheden en waarschijnlijk gaan er ook hobbels zijn, weet ook wethouder Eerenberg. “Dat hoort nu eenmaal bij innoveren. Maar wij zouden wel gek zijn om deze kans voorbij te laten gaan.” Inmiddels is er ook een economische noodzaak om circulair te bouwen. “De grondstoffen worden steeds duurder, wat noopt tot een herbezinning. Bovendien, wij hebben als gemeente een verantwoordelijkheid om te laten zien dat circulair bouwen niet alleen kan maar ook unieke mogelijkheden biedt. Uiteindelijk moet dit ook door de markt wordt opgepakt.”

Toekomst van de stad
Door de ontwikkeling van het cultuurcluster op basis van co-creatie en circulariteit weet feitelijk nog niemand hoe dat nieuwe cultuurhart eruit gaat zien. Veel beleidsmakers zou dat slapeloze nachten bezorgen. Bij Berlijnplein wordt deze onzekerheid juist omarmd, is de ferme uitspraak van Verschuure, die als wethouder ook de Circulaire economie onder zich heeft. “Berlijnplein moet zich kunnen aanpassen aan steeds weer nieuwe gebruikers en gebruikerseisen. De stad verandert en dus verandert de cultuur mee. Ik ben niet zweverig. Maar bij Berlijnplein gaat het echt niet om de bestemming, oftewel de uiteindelijke gebouwen, maar om de reis ernaartoe.” Op wijkniveau speelt een adaptief gebouw bovendien in op de veranderende bevolkingssamenstelling van Leidsche Rijn. Er komt straks een grote golf van jong volwassenen aan. “Circulaire bouw biedt ruimte om onderdelen van het gebouw te vervangen. De architectuur is immers losmaakbaar en herbruikbaar.”
Inhoudelijk sluit de circulaire aanpak aan bij De toekomst van de stad, het verbindende thema van het cultuuraanbod van Berlijnplein. “Hoe gaan wij de stad schoner en leefbaarder maken? Hoe gaan wij om met klimaatverandering? Door te kiezen voor circulaire ontwikkeling stimuleren wij de maatschappelijke discussie hierover”, aldus cultuurwethouder Klein. Daarnaast gaat De toekomst van de stad over minder tastbare maatschappelijke vraagstukken als inclusiviteit en eenzaamheid. “Onderwerpen die direct aansluiten bij de leefwereld van bewoners van Leidsche Rijn en ook de rest van de stad. Berlijnplein moet een plek zijn waar mensen worden geprikkeld, misschien zelfs wel worden uitgedaagd, maar tegelijkertijd ook ontspanning vinden. Want dat is het bijzondere van kunst en cultuur – dat het helpt om tot nieuwe inzichten te komen.”

Dynamische wijk
Met deze opzet wil Berlijnplein een plek zijn waar bezoekers geen passieve consument zijn, maar een actieve deelnemer. “Dat kan door over de schouder van de kunstenaar mee te kijken, maar ook door zelf een streetdance cursus te volgen.” Berlijnplein is meer dan alleen een gebouw of zelfs een ontmoetingsplek.” Het moet “een gemeenschap” worden volgens Verschuure. “En hopelijk nemen bezoekers van buiten de wijk deze dynamiek mee naar hun eigen leefomgeving”, vult zijn collega Klein aan. “Bij een wijk die zich dynamisch ontwikkelt hoort ook dynamische kunst. Dit jaar is er dus heel iets anders te zien, te horen en mee te maken dan volgend jaar. Of dan volgende week zelfs.”